Niets zo heerlijk als oesters op een Frans terras. Temperatuur 25 graden Celsius. Deze keer in Tours, Brasserie Buré. Niet te groot, maatje 3, met vinegraitte rode wijnazijn met een uitje.
Oesters uit Almere
9 febAls je jezelf eetsnob noemt, dan word je door anderen ook zo gepercipieerd. Voorheen wisten vrienden en familie ook al dat we van lekker eten houden en aardig kunnen koken, maar nu met die naam heeft het toch een andere lading. We merken toch dat velen zich verontschuldigen voor hun kookkunst en restaurant-keuzes : ” Het zal wel niet jullie standaard zijn”, of “we hopen maar dat het lekker is”. Alsof we alleen nog pasta met truffel eten met gouden bestek. Lekker hoeft niet altijd ingewikkeld of duur te zijn. Maar ja, een snob is een snob.
Onlangs durfde iemand het aan om voor ons te koken met de zin:”Dan kan ik eindelijk weer eens oesters pocheren”. En laten we dat nu nog niet eerder hebben gegeten. Wel rauw, of gestoomd, maar gepocheerd? We reisden af naar Almere en werden ontvangen aan een feestelijk gedekte tafel met bubbels en amuse. Dat beloofde wat. Toen de oesters op tafel kwamen werd het stil en binnen de kortste keren waren ze – bijna – op. Gelukkig nog net de tegenwoordigheid van geest om de laatste twee te fotograferen. Het was heerlijk: gepocheerd in eigen vocht en opgediend met wat blauwe schapenkaas. Een hele smaak-explosie. Bedankt voor deze Oesters uit Almere.
De Oesters van Nam Kee
14 novIn het noorden van Spanje leerde ik ooit echt oesters eten. Op een fraaie kerstdag ging ik, aan het einde van de ochtend, met een Spaanse vriend wat drinken en tapas eten. Mijn vriend bestelde – uiteraard ongevraagd – oesters (die met Kerst in groten getale op de bar uitgestald staan). 12 stuks was klaarblijkelijk het minimum. Ik heb niets laten blijken en at mijn aandeel aan oesters zonder een spier te vertrekken op. Maar die eerste keer zal ik nooit meer vergeten …
Inmiddels zijn wij fervente liefhebbers van oesters. Velen onder ons schudden met een gezicht vol afschuw ‘nee’ wanneer iemand voorstelt oesters te gaan eten. Dat komt omdat de look en voorgestelde bite van oesters glibberig, snotterig is. Dat we soms onze primaire, lichte walging bij het zien van eten moeten overwinnen is logisch maar de oester is wel een piece de resistance. Dat is jammer omdat de oester een verrukking is om te eten. Waar het naar proeft? Tja, het eenvoudigste antwoord is … naar de zee. En dat is het, echt waar. En nee, je vindt het misschien niet de eerste keer lekker. Oesters moet je leren eten maar dan staat het al snel in de top 10 van je favoriete eten. Neem dat van ons maar aan.
Er bestaan honderden soorten oesters die verschillen in grootte (cijfers 5 tot 0). De groottes tussen 5 en 3 zie je uitgestald in de viswinkel voor directe consumptie. De kleinere oesters (tussen 2 en 0) worden meestal voor het koken gebruikt. Als je dan toch al bang bent voor de bite is een kleine oester uiteraard gemakkelijker te eten. In Nederland zien we meestal twee soorten, de platte (Zeeuwse) oester en de Creuse (bolle of wilde) oester. Deze laatste staat voor 90% van de Nederlandse oesterconsumptie.
Goed, er zijn altijd mensen die we niet kunnen overhalen om mee te genieten van de rauwe oesters. Hen raden we een bezoek aan het Amsterdamse chinese restaurant Nam Kee aan. Hoewel er inmiddels drie restaurants van deze kleine keten zijn is het allemaal begonnen aan de Zeedijk. Het personeel is misschien wat onverschillig en de tafeltjes worden beschenen door TL-licht maar …. vraag om de ‘oesters met zwarte bonensaus’ om iets te proeven wat onvergetelijk lekker is. Omdat de oesters gestoomd zijn hebben ze een stevige, bijna vleesachtige bite. Gecombineerd met de zwarte bonensaus (zwarte bonen, gember, knoflook, lente-uitje, sojasaus) is dit een oester die iedereen gemakkelijk over de streep trekt. Einde oesterpleidooi.