
Lekker als bijgerecht of voorgerecht. En je kunt het van tevoren maken, want je serveert de asperges koud en de saus lauwwarm. Het is weer tijd voor asperges en je ziet ze weer in verschillende kleuren en maten in de winkel. Zelf houd ik erg van die kleine groene aspergepuntjes. Ik kook ze dan beetgaar en laat ze afkoelen om vervolgens door een salade te doen. En ze zijn makkelijk in gebruik; je hoeft ze niet te schillen. Dat is wel anders met de grote groene asperges, al zijn er mensen die beweren dat je alleen witte asperges moet schillen en groene niet. Dit recept kan met alle soorten asperges, dus kies welke je het lekkerst vindt.
Ingrediënten voor 4 personen
500 gram asperges
Voor de saus:
1dl sake
5 eetlepels oestersaus
scheutje Mirin
3 eetlepels ketjap manis
Bereiden
Schil de asperges en snijd aan de onderkant het houtachtige deel eraf (voor kleine aspergepuntjes geldt dit niet)
Kook de asperges beetgaar in 6-8 minuten, spoel af met koud water en laat ze daarna net onder koud water staan, anders garen ze door en drogen ze uit. Breng intussen in een steelpan de Sake aan de kook, voeg de overige ingrediënten toe en laat op laag vuur 10 minuten zachtjes pruttelen. Daarna binden met allesbinder of monteren met klontjes boter tot het een lobbige saus wordt. Als je de saus van tevoren maakt, dan pas binden vlak voor je het serveert. Laat afkoelen tot lauwwarm en serveer het bij de koude asperges. Ook lekker met een gekookt eitje erbij.

Met noedels kan je alle kanten op. In de soep, als nestje eerst koken en dan frituren of roerbakken. En dan heb je nog vele soorten noedels, waarvan ik de eiermie toch het meest smakelijk vind. 4 minuten koken, afspoelen met koud water en daarna verder verwerken. Je kan ze daarna knapperig bakken en met een sausje serveren, of gebruiken in een roerbakgerecht in de wok. Deze keer geef ik jullie het recept van een roerbakgerecht met ossenhaas, paksoi en Saké. Saké is een droge, stevige witte rijstwijn die een bijzondere Oosterse smaak aan je gerecht geeft. In Oosterse gerechten zie je vaak dat je sherry moet gebruiken, maar vervang dat eens door Saké, heerlijk: droger en minder zoet.
Dol op stoofvlees. Ik lust het in alle varianten, van boeuf bourguignon tot gestoofje ossentaart, van ossobuco tot hachée en kalfssucade. En vergeet niet alle Oosterse stoofvarianten zoals rendang, lamskorma of rundervindaloo. Zo door de jaren heen heb ik heel wat stoofpotten gemaakt en er is er eentje die steeds weer op tafel komt. Wij noemen het Japanse stoof omdat het wordt gestoofd in Saké en Mirin. Het zijn beide rijstwijnen. De Saké is droog en stevig, met een alcoholpercentage van 14,6%. De meesten zullen het kennen als warm drankje bij de sushi. Mirin is een zoete variant met minder dan 1% alcohol en wordt ook vaak gebruikt voor dressings. De combinatie van de twee rijstwijnen met stoofvlees is hemels. Om vlees goed te laten garen is er een zuur ingrediënt nodig, dat maakt het vlees mals. Vlees aleen stoven in water of bouillon resulteert geheid in taai vlees waar je uren op kan kauwen. Meestal wordt wijn of bier gebruikt om het vlees te stoven, maar soms ook melk of kokosmelk. OK, Japanse stoof dus. Hoe maak je dat?