Voor dit recept heb je een goede slager nodig. Zo eentje die niet glazig staat te kijken als je iets anders wilt dan wat er kant en klaar in de vitrine ligt. De slager moet het vlees namelijk speciaal even voor je snijden. Met de machine weliswaar, maar toch. Deze rolletjes worden namelijk gemaakt met rosbieflapjes, eigenlijk hetzelfde vleeslapje waar de slager zijn rundervinken mee maakt. Vraag aan de slager of hij dunne lapjes rosbief met de machine wil snijden, ongeveer 3 millimeter dik. Als dit eenmaal hebt ontdekt, dan komt dit gerecht zeker weten regelmatig op tafel.
Ingrediënten voor 2 personen
4 dunne rosbieflapjes
2 bosuitjes
1 wortel
1 rode peper
Teriyaki (Japanse marinade)
1/2 kopje medium Sherry
1/2 kopje Japanse sojasaus (of ketjap, dat is wat zoeter)
Allesbinder
1 of 2 nestjes eiermie, afhankelijk van hoeveel je normaal eet
Bereiden
Zorg dat het vlees op kamertemperatuur is. Kook de eiermie volgens de aanwijzingen op de verpakking. Spoel af onder koud water en zet apart. Bestrijk het vlees aan de bovenkant royaal met Teriyaki. Snijd dan de bosui, wortel en peper in dunne reepjes. Als je niet van heet houdt, gebruik dan een halve peper (wel in de lengte). Verdeel de reepjes over het vlees en rol op. Zet vast met een cocktailprikkertje.
Zet twee koekenpannen op het vuur en doe in beide een beetje arachideolie. In de ene pan bak je de eiermie op middelhoog vuur. Regelmatig schudden en keren. In de andere pan bak je de rosbiefrolletjes kort op hoog vuur, ongeveer 2 minuten aan elke kant. Haal uit de pan, bestrooi met wat zout en houdt 5 minuten warm in aluminiumfolie. Maak dan de saus. Voeg aan het bakvet van de rolletjes de Sherry toe, laat even verdampen. Doe er dan de sojasaus bij en laat even inkoken, eventueel iets binden met allesbinder. Inmiddels is de eiermie lekker knapperig. Leg de mie met twee Japanse rosbiefrolletjes op een bord. Giet er wat van de saus over en serveer direct.
Dit recept printen: Japanse Rosbiefrolletjes


We gooien er nog maar eens een recept tegenaan. En niet zomaar een, maar een blijvertje. Soms gaan recepten je enorm vervelen en gaat het je tegenstaan. Deze niet. En ook nog makkelijk te maken. Het recept komt uit de Last Minute Keuken van Donna Hay. Vol prachtige recepten en evenzo prachtige foto’s. We wilden het boek laatst cadeau doen, maar helaas is hij compleet uitverkocht. Zelfs tweedehands via Bol.com niet meer te krijgen. Niemand wil hem natuurlijk wegdoen. En een herdruk? Donna Hay publiceert zoveel nieuwe boeken, dat ze dat denk ik niet meer gaan doen. De nieuwste variant van haar snelle keuken is No Time to Cook. Ook een aanrader.
Dol op stoofvlees. Ik lust het in alle varianten, van boeuf bourguignon tot gestoofje ossentaart, van ossobuco tot hachée en kalfssucade. En vergeet niet alle Oosterse stoofvarianten zoals rendang, lamskorma of rundervindaloo. Zo door de jaren heen heb ik heel wat stoofpotten gemaakt en er is er eentje die steeds weer op tafel komt. Wij noemen het Japanse stoof omdat het wordt gestoofd in Saké en Mirin. Het zijn beide rijstwijnen. De Saké is droog en stevig, met een alcoholpercentage van 14,6%. De meesten zullen het kennen als warm drankje bij de sushi. Mirin is een zoete variant met minder dan 1% alcohol en wordt ook vaak gebruikt voor dressings. De combinatie van de twee rijstwijnen met stoofvlees is hemels. Om vlees goed te laten garen is er een zuur ingrediënt nodig, dat maakt het vlees mals. Vlees aleen stoven in water of bouillon resulteert geheid in taai vlees waar je uren op kan kauwen. Meestal wordt wijn of bier gebruikt om het vlees te stoven, maar soms ook melk of kokosmelk. OK, Japanse stoof dus. Hoe maak je dat?