Tag Archives: ketjap

Kabeljauw met een Surinaamse twist

9 mei

Stel: Je krijgt bezoek rond borreltijd, maar je wilt daarna nog wel echt lekker en niet te zwaar eten. Dan biedt dit ovengerecht uitkomst. Je kunt de schotel helemaal voorbereiden en in de koelkast bewaren. Daarna nog 45 minuten in de oven op 175 graden. Deze keer kabeljauw in bouillon. Lekker met stokbrood dat je, hopelijk, nog over hebt van de borrel. En de Surinaamse twist? Die komt van de ingrediënten voor de bouillon: tomatenpuree, ketjap, rode peper en maggi blokjes. Maar dan wel de echte ouderwetse maggi blokjes, dus geen bouillonblokjes van rund, vis of kip. Nee, gewone kleine maggi blokjes. Die hebben namelijk echt een andere smaak. Ze zijn plantaardig en de unieke smaak komt door de combinatie van karwij, laurier en nootmuskaat. Er zitten er twee in een gouden papiertje en ze verkruimelen gemakkelijk. Laat je verrassen, want dit is een gerecht met veel smaak.

Ingrediënten voor twee personen

300 gram verse kabeljauw, liefst kabeljauwhaas
2 maggi blokjes (er zitten er twee in een folie)
2 eetlepels ketjap manis
1 rode peper, fijngehakt
2 eetlepels fijngehakte peterselie
1 eetlepel tomatenpuree
1 theelepel gemberpoeder (of 2 cm geraspte verse gember)
1 eetlepel zonnebloemolie
1 grote ui, in ringen
2 tomaten, in plakjes
1 dunne prei, in dunne ringetjes
100 gram sperzieboontjes, even 5 minuten koken
schepje (palm)suiker
400 ml water

Bereiden

Zet de oven op 175 graden. Neem een niet te ruime ovenschaal en meng hierin de olie, peterselie, verkruimelde maggi blokjes, gember, ketjap, peper en tomatenpuree. Voeg het water toe en roer alles goed door elkaar. Leg de vis erin met de prei en boontjes er naast. Dek af met de ringen ui en plakjes tomaat. Dek de schaal af met aluminiumfolie en zet 45 minuten in de oven (of in de koelkast zodat je lekker kunt borrelen en dan daarna in de oven). Verdeel de schotel over twee grote diepe borden en serveer er stokbrood bij. Eet smakelijk!

Dit recept printen: Kabeljauw met een Surinaamse twist

Dit wordt een klassieker: Japanse rosbiefrolletjes

18 mei

Voor dit recept heb je een goede slager nodig. Zo eentje die niet glazig staat te kijken als je iets anders wilt dan wat er kant en klaar in de vitrine ligt. De slager moet het vlees namelijk speciaal even voor je snijden. Met de machine weliswaar, maar toch. Deze rolletjes worden namelijk gemaakt met rosbieflapjes, eigenlijk hetzelfde vleeslapje waar de slager zijn rundervinken mee maakt. Vraag aan de slager of hij dunne lapjes rosbief met de machine wil snijden, ongeveer 3 millimeter dik. Als dit eenmaal hebt ontdekt, dan komt dit gerecht zeker weten regelmatig op tafel.

Ingrediënten voor 2 personen

4 dunne rosbieflapjes
2 bosuitjes
1 wortel
1 rode peper
Teriyaki (Japanse marinade)
1/2 kopje medium Sherry
1/2 kopje Japanse sojasaus (of ketjap, dat is wat zoeter)
Allesbinder
1 of 2 nestjes eiermie, afhankelijk van hoeveel je normaal eet

Bereiden

Zorg dat het vlees op kamertemperatuur is. Kook de eiermie volgens de aanwijzingen op de verpakking. Spoel af onder koud water en zet apart. Bestrijk het vlees aan de bovenkant royaal met Teriyaki. Snijd dan de bosui, wortel en peper in dunne reepjes. Als je niet van heet houdt, gebruik dan een halve peper (wel in de lengte). Verdeel de reepjes over het vlees en rol op. Zet vast met een cocktailprikkertje.
Zet twee koekenpannen op het vuur en doe in beide een beetje arachideolie. In de ene pan bak je de eiermie op middelhoog vuur. Regelmatig schudden en keren. In de andere pan bak je de rosbiefrolletjes kort op hoog vuur, ongeveer 2 minuten aan elke kant. Haal uit de pan, bestrooi met wat zout en houdt 5 minuten warm in aluminiumfolie. Maak dan de saus. Voeg aan het bakvet van de rolletjes de Sherry toe, laat even verdampen. Doe er dan de sojasaus bij en laat even inkoken, eventueel iets binden met allesbinder.  Inmiddels is de eiermie lekker knapperig. Leg de mie met twee Japanse rosbiefrolletjes op een bord. Giet er wat van de saus over en serveer direct.

Dit recept printen: Japanse Rosbiefrolletjes

Wat kan je veel met Makreel

25 nov

Makreel. Tsja, goedkoop visje. Sterk van smaak en in Nederland het meest bekend als in gerookte vorm, koud. Zo ken ik het ook nog van vroeger. Mijn moeder plukte zo’n gerookte makreel fijn en met iets van mayonaise en peterselie was het een traktatie op brood.
Het is ook een hele mooie vis om te zien, glanzend en bijna blauw van kleur. Maar ik denk dat de doordringende smaak veel mensen tegenhoudt om er iets me te doen. Ik kan het echter zeer aanbevelen eens te koken met verse makreel. Ik vraag onze visman Jochem altijd om ze voor me te fileren, op de huid. Langzaam bakken op de huid (wel even inkerven, anders trekt hij krom) en opdienen met een salsa van mango, rode peper en bosui is verrukkelijk. Maar een van mijn favoriete varianten is een Oosterse, zogenaamde Stinky Fish. En dat ‘Stinky’  komt niet alleen door de zware geur van de vis zelf, maar vooral door de hoeveelheid knoflook. Het is een heel eenvoudig recept, maar de smaken zijn precies in balans.

Voor 2 personen

2 verse makreelfilet (op de huid)
1 grote ui in ringen
4 teentjes knoflook in dunne plakjes
6 eetlepels ketjap manis
3 eetlepels kikkoman sojasaus
2 theelepels sambal oelek
maiskiemolie (of andere plantaardige zachte olie)

Oven voorverwarmen op 180C
Neem een ovale ovenschaal waar de filets precies naast elkaar passen. Olie in de schaal doen en de helft van de uienringen verspreiden. Makreelfilet met de huid naar beneden op de uien leggen. Knoflookplakjes over de makreel verspreiden en de resterende uienringen daarover heen leggen. Ketjap en sojasaus mengen met de sambal en over de vis gieten. 25 minuten bakken in de oven Serveren met rijst en een frisse oosterse salade, bijvoorbeeld met komkommer. Salamat Makan!

%d bloggers liken dit: