Tag Archives: smaak

Eenvoudig te maken: Tandoori met Pappadums

8 apr

Ik ben gek op de Oosterse keuken en dus ook op de Indiase. Maar soms zakt de moed je in de schoenen als je de enorme lijst met ingrediënten zien. Maar gelukkig zijn er ook kruidenmengsels die je een hoop werk besparen. Voor dit recept gebruik ik droge tandoori-kruiden. Wel kopen bij de echte Toko. Die van de supermarkt is meer een pasta en niet erg lekker.

Tandoori is saus die in verscheidene vormen al duizenden jaren in India wordt gebruikt. Het is een mengeling van yoghurt, gember, knoflook, peper, komijn en Garam Masala (een Indiaas mengsel van gemalen specerijen in ieder geval bestaande uit kardemom, kruidnagel, nootmuskaat en kaneel). Bron: Wikipedia.

Dat bedoel ik dus, als je dit allemaal moet verzamelen, snijden, hakken en vijzelen, ben je even bezig, wat ik in het weekend overigens met plezier doe. Maar zo kan het eenvoudiger en vooral sneller. Deze Tandoori is gemaakt met biologische kalfsoesters, maar het kan ook met kip.  Door de combinatie met Pappadums en Raita is het een licht en fris recept. Pappadums zijn een soort wafels van linzenbloem. Je koopt ze bij de toko of bij de grotere supermarkten. Erg leuk om te maken; net als bij zelfgemaakte kroepoek verdubbelt de omvang door ze kort in hete olie te bakken. Houd wel een houten lepel bij de hand, want ze trekken snel krom. Raita is een yoghurt-komkommer-koriander-dip.

Ingrediënten voor de Tandoori (2 personen)

2 ons kalfsoester in repen
twee eetlepels olijfolie
flinke eetlepel tandoorikruiden
1 mango, in schijfjes
1 grote rode ui, in parten
2 trostomaten, in vieren, zonder zaadjes
1 dl yoghurt
1 theelepel komijn
sap van een halve limoen
scheut gembersiroop
1 gedroogd Spaans pepertje, verpulverd
zout

Bereiden

Pappadums van tevoren bereiden volgens aanwijzingen op de verpakking. Maak desgewenst een Raita van 1 komkommer, geschild, zaadlijsten eruit en in plakjes, fijngehakte koriander, 2 theelepels ketoembar (korianderpoeder), scheut yoghurt en flink zout. Wil je echt makkelijk: een bakje komkommersalade kan ook.
Meng de olijfolie met de tandoorikruiden en marineer hierin de reepjes kalfsoester (ongeveer een half uur, op kamertemperatuur). Verhit de wok en schroei het vlees met de marinade in 2 minuten dicht. Haal het vlees uit de wok en houd apart (niet afdekken, want dan gaart het te ver door). Fruit de ui in het achtergebleven vet zachtjes aan. Doe de tomaten en de mango erbij en voeg de komijn en wat zout toe. Even goed omscheppen.Yoghurt, Spaanse pepertje en gembersiroop toevoegen en zachtjes 5 minuten laten pruttelen. Doe het vlees er weer bij en laat nog 3 minuten goed doorwarmen. Proeven en op smaak brengen met limoensap en zout. Serveren met de Pappadums en Raita.

Eet smakelijk!

Oesters uit Almere

9 feb

Als je jezelf eetsnob noemt, dan word je door anderen ook zo gepercipieerd. Voorheen wisten vrienden en familie ook al dat we van lekker eten houden en aardig kunnen koken, maar nu met die naam heeft het toch een andere lading. We merken toch dat velen zich verontschuldigen voor hun kookkunst en restaurant-keuzes : ” Het zal wel niet jullie standaard zijn”, of “we hopen maar dat het lekker is”.  Alsof we alleen nog pasta met truffel eten met gouden bestek. Lekker hoeft niet altijd ingewikkeld of duur te zijn. Maar ja, een snob is een snob.

Onlangs durfde iemand het aan om voor ons te koken met de zin:”Dan kan ik eindelijk weer eens oesters pocheren”. En laten we dat nu nog niet eerder hebben gegeten. Wel rauw, of gestoomd, maar gepocheerd? We reisden af naar Almere en werden ontvangen aan een feestelijk gedekte tafel met bubbels en amuse. Dat beloofde wat. Toen de oesters op tafel kwamen werd het stil en binnen de kortste keren waren ze – bijna – op. Gelukkig nog net de tegenwoordigheid van geest om de laatste twee te fotograferen. Het was heerlijk: gepocheerd in eigen vocht en opgediend met wat blauwe schapenkaas. Een hele smaak-explosie. Bedankt voor deze Oesters uit Almere.

Dol op stoofvlees: makkelijk en met een Japans tintje

15 jan

Dol op stoofvlees. Ik lust het in alle varianten, van boeuf bourguignon tot gestoofje ossentaart, van ossobuco tot hachée en kalfssucade. En vergeet niet alle Oosterse stoofvarianten zoals rendang, lamskorma of rundervindaloo. Zo door de jaren heen heb ik heel wat stoofpotten gemaakt en er is er eentje die steeds weer op tafel komt. Wij noemen het Japanse stoof omdat het wordt gestoofd in Saké en Mirin. Het zijn beide rijstwijnen. De Saké is droog en stevig, met een alcoholpercentage van 14,6%. De meesten zullen het kennen als warm drankje bij de sushi. Mirin is een zoete variant met minder dan 1% alcohol en wordt ook vaak gebruikt voor dressings. De combinatie van de twee rijstwijnen met stoofvlees is hemels. Om vlees goed te laten garen is er een zuur ingrediënt nodig, dat maakt het vlees mals. Vlees aleen stoven in water of bouillon resulteert geheid in taai vlees waar je uren op kan kauwen. Meestal wordt wijn of bier gebruikt om het vlees te stoven, maar soms ook melk of kokosmelk. OK, Japanse stoof dus. Hoe maak je dat?

Ingrediënten voor 2 personen

400 gram magere runderlappen (lijkt veel, maar er blijft weinig van over)
½ dl zoete mirin
1 dl sake
½ dl water

Voor de marinade
blikje tomatenpuree
3 eetlepels zoete sojasaus (of ketjap manis)
1 eetlepel sesamzaad
1 eetlepel gehakte knoflook
1 eetlepel geraspte gember
2 gedroogde chilipepers
2 eetlepels rijstazijn
zwarte peper

Bereiden

Ingrediënten voor de marinade mengen. Vlees in dobbelstenen snijden en 2 uur marineren.
In stoofpan scheutje olie verwarmen. Vlees met marinade erin. Vlees braden tot het rondom dicht is , maar niet te hard, anders wordt de saus bitter. Mirin, Saké en water erbij. Aan de kook brengen. Dan vuur laag en in totaal 2 uur laten stoven. Halverwege vocht checken, eventueel wat water toevoegen. Serveren met pandanrijst en gekookte sperzieboontjes met sesamolie en geroosterde sesamzaadjes.

Dit recept printen: Japans stoofvlees

Balsamico azijn – citytrip Brussel 3

16 dec

‘Specialist in gekweekte en bospaddestoelen, primeurs, truffels en delicatessen’, een bezoek aan de relatief kleine winkel van ‘Champigros‘ in het hartje van Brussel, vlak bij het Sint-Katelijneplein en de vismarkt, is een beleving op zich. Toen wij er de eerste keer kwamen verwonderden wij ons met name over de uiteenlopende zouten die daar worden verkocht.Wij kochten zout met paddestoelen. Champigros is bijzonder omdat je je bevindt in een oase van heerlijkheden waaraan je je niet alleen vergaapt maar ook niet van hebt kunnen dromen dat al die lekkernijen ook daadwerkelijk zouden bestaan. Leverancier van restaurants met één, twee of zelf drie sterren.

Ons oog viel dit keer op een drietal flessen (achter glas) balsamico azijn met als merknaam ‘Mussini’. Nu kan je zelf op onderstaande foto zien wat de onvoorstelbare prijzen zijn van deze flessen prachtazijn. Daarvan gaat de wenkbrauw toch even omhoog. Interessant is te vertellen dat ‘Mussini’ staat voor de familie Mussini die beroemd zijn om … inderdaad hun balsamico azijnen van 7 tot 100 jaar oud. Hoe ouder de balsamico hoe zoeter deze wordt. Daardoor smaakt de jonge balsamico azijn beter als ingrediënt voor een saladedressing terwijl een oude weer prachtig is bij een stuk Parmezaanse kaas of een stukje wild. Het is net als bij wijn, azijn moet rijpen. Klinkt raar maar als je er even over nadenkt eigenlijk logisch. Kortom, als je in Brussel bent loop dan even deze bijzonder delicatessenwinkel in. Duur is het zeker maar ook meer dan de moeite waard. 

Flensje met eendenborst – maar dan Dim Sum in Brussel

8 dec

De flensjes van Eetsnob

We zouden natuurlijk nooit meer over de Flensjes van Vuur of over het recept van flensjes met eendenborst zijn begonnen als we niet in Brussel bij ChaoChow waren gaan eten.

Eerst genoten we van de flensjes met eendenborst bij restaurant Vuur, daarna zelf de kunst afgekeken en met succes gemaakt … maar in Brussel hebben we het besteld bij onze Dim Sum in restaurant ChaoChow. En zoals dat menigmaal gaat is het de vraag wat nou waar lekkerder smaakte. Gaat het om het sentiment van de eerste keer? Is het dat je wel of niet je ‘eigen’ draai hebt gegeven aan het recept? Is het bij het ene restaurant nu echt beter of ligt het aan de sfeer? Aan de saus, het vlees, het flensje?

In restaurant ChaoChow is het in ieder geval echt Chinees maar wat het bijzonder maakt is goed te zien in bijgaand filmpje waarin te zien is dat in dit geval de meerwaarde in ieder geval lag in het feit dat de flensjes live aan tafel werden ‘gerold’. Het oog wil ook wat en een beleving maakt ons bereidwilliger om te genieten.