We moesten er hoognodig weer eens even tussenuit. Niet te ver, maar wel genieten. Zo kwamen we terecht in Leuven. Prachtig stadje, waar ik 20 jaar geleden nog een dik half jaar heb gestudeerd. Kon me toen geen toprestaurants veroorloven en wist dus ook niet waar ze zaten. Maar ja, 20 jaar; dan is toch alles veranderd. Zo ook de Muntstraat. Waar ik 20 jaar geleden me tegoed deed aan shoarma en pizza (sorry, het heette toen in de volksmond dan ook de Vreetstraat)), was nu een heuse wijk met restaurants verschenen. Van culi tot studentenkroeg. Na een aantal heerlijk wijntjes en herinneringen streken we neer in Tres Simple, Tres Luxe. Je kunt er zowel terecht voor een heerlijke Tapa als voor een gerecht met gastronomisch tintje.
Dit is wat wij bestelden:
Vooraf: Lookbroodjes met manchego en gerookte paprika en Tagliata van Rundvlees. De Lookbroodjes waren wat simpel: Turks brood, gegrild met knoflook en kaas. De Tagliata was ook simpel, maar van bijzondere kwaliteit. Nog net geen Kobe-rund!
Hoofdgerecht: Vol-au-vent van Koekoek (Mechelse Koekoek is een kippenras) met foi gras (eendenlever) en mousseline (zeer luchtige Hollandaisesaus). De vol-au-vent begrepen we niet echt: er was geen deeg te zien; van oudsher is het namelijk een pastei (voor een leuke blog hierover klik hier). Maar evengoed was het lekker.
Gelakte eend met gewokte groente en sobanoedels; dat zijn Japanse noedels van boekweit (boekweit is geen graan, maar het zijn de vruchtjes van een kruidachtige plant). De gelakte eend was heerlijk, lekker Oosters. Wijntje erbij. Topavond.
Meer over Tressimple/Tresluxe

We hebben weer heel wat inspiratie opgedaan tijdens onze reis door Baskenland en Asturië, de Atlantische kust van Spanje. Bijvoorbeeld in San Sebastian. Het walhalla van de tapas. Tapas zijn ook zeer populair in het zuiden van Spanje, waar ze oorspronkelijk zijn ontstaan om het wijnglas af te schermen voor insecten. San Sebastian staat er ook om bekend. In de oude wijk (casco viejo) barst het van de barretjes die van voor naar achteren vol staan met de lekkerste tapas. En bijna nergens vind je dezelfde, je kunt er eindeloos mee variëren. Hier zie je de geitenkaas met tomatenmarmelade. In Spanje wordt vaak een kleine zoetigheid bij kaas geserveerd. Vaak sinaasappel of appelmarmelade, maar deze is iets hartiger. Echt lekker. En niet alleen bij kaas. De marmelade kan je ook serveren bij een stukje rood vlees of wild. En gewoon op een geroosterd broodje is het ook heerlijk.
Een snelle pasta, maar dan toch niet uit een pakje. Als je maar lang genoeg vers eet, dan zijn die pakjes ook eigenlijk niet meer te doen. Laatst nam ik voor het gemak toch zo’n zakje macaroni/spaghettikruiden mee. Te chemisch voor woorden. Het kan ook anders. Pasta met pesto en tomaatjes. En dan de pesto natuurlijk het liefst zelf maken. Hoe je dat doet lees je in de blog
Met noedels kan je alle kanten op. In de soep, als nestje eerst koken en dan frituren of roerbakken. En dan heb je nog vele soorten noedels, waarvan ik de eiermie toch het meest smakelijk vind. 4 minuten koken, afspoelen met koud water en daarna verder verwerken. Je kan ze daarna knapperig bakken en met een sausje serveren, of gebruiken in een roerbakgerecht in de wok. Deze keer geef ik jullie het recept van een roerbakgerecht met ossenhaas, paksoi en Saké. Saké is een droge, stevige witte rijstwijn die een bijzondere Oosterse smaak aan je gerecht geeft. In Oosterse gerechten zie je vaak dat je sherry moet gebruiken, maar vervang dat eens door Saké, heerlijk: droger en minder zoet.
Wat is lekkerder dan met dit weer de open haard aan te doen en Coq au vin te maken? Het is makkelijk en een echte klassieker. Zelfs in de Grote Larrouse Gastronomique is een recept te vinden. Gewoon tussen de Lijsters en de Poularde (jong gemest hoen). Maar Larousse maakt er wel een hele poppenkast van met vers geschilde zilveruitjes en geblancheerde spekblokjes, flamberen met cognac enzovoorts. Heerlijk natuurlijk, maar het kan ook iets eenvoudiger. Wat overigens alle recepten gemeen hebben zijn de spekjes, champignons en het